Zou ik een blogje schrijven over een smartphone..? Het antwoord zou ik mezelf een behoorlijk aantal uurtjes schuldig blijven.
Tot dit moment. Want ik besef dat ik bijna een dag heb besteed aan het inrichten van m’n nieuwe smartphone, onderbroken door een gezellig bezoek van medeStadsnomade Leo Lotterman. Leo is altijd welkom. We inspireren elkaar al jaren, en zijn trots op onze werken.
Leo verkeert in een bijzondere fase van zijn leven: hij gaat stoppen met werken. Leo gaat tijd krijgen, ik hoop dat hij meer gaat schrijven. Dat hij zich vrij gaat voelen daarin. Echt vrij, opgelucht vrij.
Leo wist wat er gepasseerd was, wilde weten hoe ik me voelde en wat nu. Daarover kon ik kort zijn: we gaan gewoon door, we hebben samen nog zoveel in ons opgeborgen, zeker als het Roosendaal betreft.
Vanmorgen had ik de moed gevat m’n nieuwe smartphone in te richten. Is daar moed voor nodig..? Jazeker, want de angst voor fouten ligt op de loer. Ik heb een dure Google Pixel 8 pro gekozen, onder meer vanwege de sublieme camera’s waarmee het kletsapparaatje is uitgevoerd. En aangezien het lijkt of ik vaker een camera vasthoud dan m’n piemel door de dag genomen, dan heb ik zo intussen wel deze telefoon verdiend. Vind ik.
M’n voornemen om te wachten op het moment dat iemand met wat meer kennis van zaken mij wil helpen lag al meteen na het ontbijt al in een vergeethoekje. Ik zou gewoon beginnen, en wel zien wanneer ik zou blijven steken. Op m’n laptop stond de pagina met de handleiding voor mijn neus, en een bekertje koffie aan mijn rechterzijde.
Voor mij twee smartphones, de oude en de nieuwe. En die communiceerden gewoon met elkaar, en zij blijken de baas over jou. Je moet dit doen , en dat doen, en je keuze aangeven, en zo ga je stap voor stap en uur voor uur voort. Je kunt op allerlei manieren je persoonlijkheid in etaleren, en dat maakt toch een beetje het kind in je wakker. Je mag geluidjes kiezen, of een kleurtje, of een plaatje en je kunt je oude mikmak van je vorige smartphone simpelweg overtanken naar je nieuwe belwondertje. O wat zijn we heden blij..!
Het apparaat opent haar slot bij een simpele aanblik van jouw gezicht, of bij het voelen van jouw wijsvinger. Ook zoiets magisch. Het lijkt wel of er een hartje klopt in dit ultraplatte volglazen wondertje. Ik voel dit hartje ook als ik de toetsjes van het toetsenbord aanraak. Het zal niet lang meer duren of we een klein robotje in ons handen hebben, dat ook iets zachter aanvoelt en tegen je babbelt, zou je dit willen. Ze herkent muziek, ze typt jouw gesproken tekst en ongemerkt gebruik ik een woordje dat je eigenlijk niet zou moeten gebruiken: ‘ze’ .
Want het is een telefoon, en je zou eerder de term ‘hij’ gebruiken, zoals nu nog het vaakst gebeurt. Maar let op, des te meer dingen dit dingetje voor je kan doen, des te vrouwelijker wordt het.
Iets voor de friet op tafel kwam, was m’n smartphone ingericht. Althans, dat denk ik. Want de zekerheid daarover schuilt in m’n Google Pixel 8 pro…
Goed gedaan, van jullie 2…
Weltrusten voor jullie beiden 😉
Denk je dat er over een aantal jaren nog camera’s beschikbaar zijn? Of dat de telefoons met hún steeds betere technologie de camera’s gaan vervangen? I wonder!
Ik denk, Jan, dat de camera’s van nu te onhandig worden. Je moet ze op het juiste moment bij je hebben, en dat is lastig. In mijn opinie gaan er allerlei functionaliteiten in het lichaam van een mens geplant worden, die door zenuwtrekjes of iets dergelijks bediend gaan worden. Niemand hoeft dan nog iets bij zich te dragen, en heeft altijd z’n handen vrij… Een piepkleincameraatje tussen je ogen.., waarom niet..? 😉
Hahaha.. die piemel… hou m erin 🤣