Het zou een ‘bezig’ dagje worden vandaag. Zo bezig dat ik er zelfs m’n afspraak bij de kapster voor moest afzeggen. Maar hoe de dag nu precies ging verlopen, ik wist het niet. Kon het ook niet weten.
Plezierig was de start wel. Het ene apparaat na het andere wilde geen dienst doen, en niemand kwam op het idee dat er wel eens iets met een aardlekschakelaar kon zijn of zo. Het leek mij een sterk staaltje van hospitaliseren te zijn, en het zorgt meteen voor een opperbeste stemming. Toen meteen met Kaatje aan de gang. Het te oefenen nummer maar meteen terzijde geschoven want er was maar weinig tijd beschikbaar, dus maar twee andere riedels aangepakt. Ik was nog steeds matig van ammezuur, maar muziek maken voelt doorgaans lekker aan het begin van de dag.
Daarna nog even naar de Jumbo, wat smoelentrekkers voor de buurman halen en apenkoppen niet te vergeten. Daarna meteen naar m’n agoge, van wie ik dit keer niet op de fiets hoefde. Ik moest een paar maal een bewegingsoefeningetje doen, waarna ze driftig op haar toetsenbord rammelde. Stront aan de knikker. En jawel, we moesten maar eens praten.
Het nieuws denderde binnen, echter niet als een donderslag bij heldere hemel. Ik had de bui over het achteruit gaan van mijn loovaardigheid, de pijn die ik erbij voelde, en steeds moeizamere ademhaling, al zien hangen. Ze zag een oplossing al voorhanden, nog voor er een revalidatiearts naar me zou komen kijken. Het gebruik van een rollator was onontkoombaar. Een rollator helpt me mijn lichaam op te richten, en in een beter houding te richten. Een appeltje-eitje, nuchter uitgelegd, maar het idee zal toch nog moeten landen, en daarvoor is er een week de tijd.
Het raakte me wel, maar ik dacht meteen aan mijn vader, die ooit vanuit zijn trots een rollator liet staan. Hij viel in het ziekenhuis, ’s nachts op weg naar het toilet, kreeg een inwendige bloeding en overleed. Ik moest mijn trots nu niet haar vrije loop laten nemen. Ik moest wijzer zijn, al kost het nog zo’n moeite…
Later op de dag sprak ik er met m’n psychologe over. Maandelijks reserveren we een uurtje om te praten over niet onbelangrijke zaken. Ik zie veel en heb teveel gezien en beleef m’n leven in de blessuretijd die mij is gegeven, maar waarvan geen tijdsduur wordt gemeld in het programmaboekje. Wellicht is het daarom dat ik zo gesteld ben op de mensen om mij heen. De babbels met m’n psychologe, het zijn de onontbeerlijke ‘Wordt Vervolgd’-sessies die de persoon in mij zo goed doen.
Een luisterend oor is goud waard…
😘
Well done Aad 💛💚💛