Wat een vreemde ochtend, deze ochtend. Ik werd wakker van een vreemde vrouwenstem boven mee. ‘Het is half acht, meneer Meijer, gaan we douchen..?’ Het bleek de nieuwe zuster te zijn. Een mooie zachte stem , dat wel. Maar het feit dat ik gewekt moest worden, dat was wel vreemd. Normaliter heb ik al twee bakken koffie binnen gewerkt en hartelijk goedemorgen gewenst aan iedereen die ik graag via Facebook ontmoet. Dat gebeurt nu ook al 4 jaar. Dezelfde 4 jaar die ik vandaag bij Wiekendael bezig ben. Aan Facebook begonnen om de wereld te laten weten dat ik er nog was. En om erachter te komen hoe leuk het is om in een leuke, gezellige schrijfgroep te zitten. Want dat is het in feite, goed beschouwd…
Samen lachen, samen huilen. Weten dat er nog zoveel voormalige collega’s nog in leven zijn. Vrienden en vriendinnen van toen, en nieuwe namen om hartelijk te verwelkomen, om gedachten en ideeën te delen.
Maar in elk geval, 4 jaar nu bij Wiekendael. Niet als De Meneer van No 10, die bijnaam kreeg ik pas anderhalf jaar later. Omdat ik nooit belde om een zuster. Ik wilde niemand belasten, ik deed het zelf allemaal wel. Dat werd helaas snel anders, en het leverde me deze bijnaam op.
Maar vandaag voor elke zuster een witte roos gehaald, en bij de Jumbo mooi presentabel laten maken. De zusters en broeders verdienen meer dan zo’n roos, maar het vertelt iets van wat ik voor hen voel en welk respect ik heb voor hun dagelijkse inzet heb. Ook al kunnen sommige bewoners nog zo lastig zijn, ze blijven lief, en vriendelijk. De dames van de facilitaire dienst, die altijd zo goed konden koken maar dat niet meer mogen, of de dames van de groene brigade, die hier dagelijks de hele kiet spic en span houden. Ook voor hen mijn diepe dank, en een roos.
Er kwam een zuster van uit den beginne, met een passend mosselcadeautje en een uitnodiging voor een etentje, wat was ik blij haar weer te zien..! En uiteraard ook voor m’n agoge een roos, en wat mij betreft een speciale. Ze krijgt er een zakje apenkoppen bij.
In het begin, toen ik haar leerde kennen, vond ik haar op haar mooist als ze zuur keek. Dus sindsdien neem ik wekelijks een zakje zure matjes of zo voor haar mee om verzekerd te zijn dat ze zo zuur mogelijk kijkt.
Het is jammer dat ze deze blogjes niet leest, zoals ze zegt, anders zou ze weten dat ik in stilte heel blij met haar in m’n leven ben. Tot nu toe heeft ze, hoe pijnlijk dan ook soms, mij uit de rolstoel gehouden. En dat is onnoemlijk veel waard.
Maar ja, ik ben niet zo’n prater, en zij leest niet, en zo ploeteren we voort. Met elkaar, met z’n allen, dagelijks. Wiekendael bedankt..!
Hahaha ik ben niet zo’n prater, drean on en fijne dag Aad
Mooi gebaar Aad.