Als je @John Bas leest in BN/DeStem over ‘De Grote Leugen’ en hoe ouders in deze tijd tegen het Sinterklaasfeest (want dat is het tenslotte) aankijken, er schuldgevoelens kunnen ontstaan en wat voor kommer en kwel nog meer, dan weer betrap ik de samenleving erop dat ze voortdurend met gedoe bezig is. Gedoe, gedoe, gedoe.
In mijn dagelijkse wereld gaat het niet om kinderen, maar om ouderen. Ouderen die pech hebben gehad, de een wat langer dan de ander.
Ik ben 3 opeenvolgende jaren gevraagd om de Goedheiligman uit te hangen op mijn afdeling, met drie Pietjes als knechtjes. Ik mag het woord ‘knechtjes’ wellicht misschien niet meer gebruiken, maar alla, weet ik veel. Een herseninfarct kan iemand behoorlijk dwarszitten hoor, op sommige momenten.
Nu moet je weten dat Wiekendael 164 bedden telt, ik vertel dit even vooraf. Toen ik en mijn Pietjes onze goede taak op NAH hadden verricht , dachten wij even aan de bar een koele verfrissing te kunnen halen. Eenieder die de mijter heeft gedragen weet hoezeer je daar naar kunt verlangen. Verder dan halverwege kwamen we niet. Twee enthousiaste zusters onderschepten ons. ‘Komt u maar mee hoor, Sinterklaas, het is hierheen..!’
Ik wilde nog stamelen van ‘Ik ben Sinterklaas niet’, maar dat zou een beetje raar overgekomen zijn. En we vonden het wel grappig, eerlijk gezegd. Ze zagen ons voor de officiële ingehuurde Sintsantekraam aan.
Wij schreden van kamertje naar kamertje, en overal werden we verrast en met blijheid ontvangen, een enkele keer met tranen zelfs. Dan pas blijkt dat dit kinderfeest veel groter is dan wij denken. Dat het kind in ons er altijd zal blijven. En dat in tijden van donkere dagen, en dat is aan de orde als je, hetzij tijdelijk, hetzij permanent, je dagelijks leven zoals je dat gewend was moet inruilen voor een plekje in een huis dat het jouwe niet is met mensen die je vrienden niet zijn, een warme handdruk van Sinterklaas je heel goed doet. En je wil gewoon dat hij bestaat, en zijn Pieten ook. En die pepernoten die je gul in je hand gedrukt krijgt, ontvang je met groot plezier. ‘Dank u wel hoor, Sinterklaas’, roep je dan spontaan.
Sinterklaas kan voor kinderen bedoeld zijn, het intermenselijk effect ervan draag je een leven mee. Dat van jezelf, en dat van een ander.
En het is geen jokken. Sommige bewoners van Wiekendael komen de dagen jokkend door. Ze vertellen van de plannen voor een serre aan hun kamer, over hun opblaaszuster en hun Red Bull-rolstoel die besteld is.
Het is vaak de humor die de dagen kleur geven, die vriendschappen doet ontstaan en de hoop op een wat betere toekomst vrolijk doet opborrelen.
Nog even en de Sint komt aan, met minimaal 250 Pieten aan boord, in het Zwaaigat. Ik maakte het jaren als fotograaf koukleumend aan de kant mee. Maar ik durf hardop te zeggen, en daar is geen jokkerij bij, dat de Roosendaalse aankomst van de Goedheiligman en de rijtoer daarna, de mooiste is die ik ken.
Ik wens alle Sinten, en alle Pieten veel plezier en kracht de komende tijd, ondanks al het gedoe om jullie heen. En voor alle onzekere ouders: Makkers, staakt uw wild geraas….
Mooi Aad!
Sint for president!