Het werd vandaag de maandag na carnaval. Zo’n maandag waar je toch minstens van mag verwachten dat-ie weer een beetje ‘normaal’ zou zijn. De thermometer gaf geen koorts aan, dat was in elk geval al iets. Maar wat de fitheid betreft, die was ver te zoeken. En de pijn, en de benauwheid…
Dus de ochtend verlangde van mij nog geen activiteit. Die zou ik in de middag zeer zeker aan de dag moeten leggen. Twee belangrijke bezoekjes te ontvangen, en als ik de kwaliteiten van die personen zou kunnen koppelen dan zouden er dit jaar nog meer mooie initiatieven kunnen ontstaan in Roosendaal voor zover die al niet te gebeuren staan.
En zo raakte ik toch weer een beetje in m’n element. Kon ik de afstand in de gang naar het Atrium wél met de rollator overbruggen en kon ik toch wel weer een beetje trots zijn op mezelf. Voor even dan natuurlijk, want het tikkie terug in dit soort gevallen is onvermijdelijk.
De onzekerheid blijft natuurlijk aanwezig. De onzekerheid over het niet zelfstandig Wiekendael kunnen verlaten, daarachter hangt ergens mijn grote angst. Latent weliswaar, maar ik heb het wél zelf ontdekt. Ken de zwakheid in jezelf en je wordt sterker als je grootste tegenstander…
Maar ik houd me niet met tegenstanders bezig. Immers, zij zijn het niet waard.
De mogelijkheden, daar liggen de kansen. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor degenen die jij het beste gunt.
Het lijkt me een mooi besluit van de dag. Een dag die weer iets heeft opgeleverd, al was het maar de kracht van vriendschap…
Wees trots op jezelf! goed idee Aad!