Er viel aan het begin van de dag helemaal niets wat op regen leek, en het leek er niet van te komen ook. Maar het maakte allemaal niet uit, ik was toch al vastbesloten om wat op te gaan ruimen.
Niet dat ik daar zo goed in ben hoor. Ik vind het lastig om dingen weg te doen, en wil als ‘oplossing’ dan nog wel eens dingen verplaatsen. Dus ik ben er gewoon aan begonnen, en zo lang ik het vol kon houden, bezig geweest. Kijk, m’n CVA zorgt er wel voor dat ik snel moe ben. We doen er onderling vaak lacherig over, maar van binnen voelt het bij mij vaak om wanhopig van te worden. Maar ik had een leuk klusje nog klaar liggen: Paashazenpost klaar maken voor de kleintjes. Wat knutseldingetjes, en wat paashazerigs in een gele envelop en het wordt dolle pret daar in Losser. Post van Opa Paashaas…
Langzaamaan kwam ik dan toch weer bij mezelf uit. Het was veranderd hier. Nu valt dat uit te leggen, maar ik besefte dat de bewoners met wie ik het best kon opschieten, nagenoeg allemaal overleden zijn. Wat gek dat ik daar nog niet eerder zo abrupt stil bij heb gestaan. Er zijn natuurlijk ook wat nieuwe ‘vriendjes en vriendinnetjes’ bij gekomen, maar ik vraag me af of ik ze op de vingers van één hand kan natellen. Een woonafdeling zoals NAH bedoeld is, komt in feite toch neer op waar het allemaal om draait: wegwezen. Immers, zolang alle 23 kamers bezet blijven, is er geen plek voor nieuwe cliënten.
Hoe dan ook, ik koester de bewoners die ik het dichtst bij me voel. En ik maak me zorgen als het minder met ze gaat. En met reden, het zal zelden beter met je gaan op NAH, of het zou van tijdelijke aard moeten zijn. Terwijl ik dit concludeerde, was in m’n stoel gaan zitten, bladerend in een lijvig boek dat over het ontstaan van de avonturen van Kuifje handelt. Heel veel foto’s en schetsen waarmee Hergé zich documenteerde in die tijd, de voedingsbodem voor alle avonturen, ik vind ze in dit boek. Heerlijk. Wat een rijkdom..!
Grappig om te weten dat Hergé in feite zelf de hoofdrol in alle boeken speelt. Hij wilde zelf van kinds af aan reporter worden en de wereld af reizen, maar het is hem nooit gelukt. Wél stripjes tekenen, dat wel…
Mijn kamer ademt Kuifje. Overal, tot in elke hoek toe, vind je iets van Kuifje. Ik kreeg het boek ‘Raket naar de maan’ van mijn moeder, alvorens ik goed en wel kon lezen. Maar ik tekende toen al veel, en graag. Hergé’s tekeningen hadden een betoverende werking op me. De iconische roodwitte maanraket is sindsdien onlosmakelijk met mij verbonden geweest. Zo kunnen dingen gaan…
Intussen heeft het nog steeds niet geregend.
En raakt m’n kamer amper opgeruimd…