Ik kijk terug op een wel heel merkwaardige week. Zoals altijd als je iets op poten zet op een degelijke manier, zodat je bijna zeker weet dat er niets mis kan gaan, juist dan lijken er dingen mis te gaan.
Al snel deze week kwam ik erachter dat ik al te ver vooruit was gelopen in mijn planning. De touwtjes die ik in handen had bleken van vliegertouw te zijn, het soort dat zo snel in de klit raakt als je je vlieger te snel wilt binnenhalen…
Ik had wethouder Sanneke verzocht om te openen, het leek me echt iets voor haar. Maar ja, het is een drukke meid die veel te veel belangrijker mails als de mijne moet beantwoorden, maar het is lastig voor het dagprogramma aanstaande vrijdag. En zo zijn er meer dingetjes die te traag verlopen.
Tegelijkertijd val ik zelf ook terug. Ik voel me vermoeid, m’n stembanden lijken van grof schuurpapier en de pijn in m’n lijf verstopt zich niet langer. Elke fysieke inspanning teistert. Dat liet zich merken bij m’n bezoek aan Toine Vermunt bij de Gaerde. Toine is een krachtige, gebruinde man wiens kassen paleizen voor mensen zoals mij zijn. Deels vervallen, onthulden ze mooie herinneringen aan hoe het was, daar met feestdagen of activiteiten. Ik miste meteen de piano die altijd in de kas stond, en de blije stemming die altijd bij de bezoekers heerste. Dat was de kracht van De Gaerde. Ik maakte wat foto’s, liet mijn gedachten dwalen.
Toine in z’n witte korte broek, z’n witte hemd en dito pet op het gebruinde hoofd legde intussen vol vuur de composities die hij bij de Petanquebaan van De Kwieke Ketsers wilde zien, uit, om velerlei redenen. Ook wist hij mijn gezelschap te vertellen dat ik altijd naar Fuchsia’s zocht, maar die bij Toine nooit vond. Tja, mooi was die tijd…
Onze gastheer is trouwens goed bij stem, het is goed dat hij nu wat meer tijd krijgt om zijn zangtalent verder te ontplooien. Ons Tuinteam, onder leiding van Betty, kon aan de slag en terwijl ik nog bezig was met alles op een rijtje, kwam een zuster achter mij staan die me met zachte stem verdrietig nieuws meldde: Rian was zojuist overleden. M’n eerste reactie van ‘Hoe kan dat nou’ sloeg natuurlijk nergens op, en na het eten deden we Rianneke, op onze zo eigen wijze, uitgeleide naar de auto die haar weg zou brengen.
Ik voelde me verslagen, wederom blijkt op pijnlijke wijze dat ik steeds minder in de hand heb, alles gebeurt maar, alles glipt als dun zand tussen m’n vingers door.
Vandaag trakteerde ik mezelf op Fuchsia’s, vijf voor een tientje, tis geen geld. Weer betrap ik mezelf erop weer terug te gaan naar toen, toen de toekomst voor ons zo open lag, de tuin vol Fuchsia-stekjes en we alle tijd van de wereld leken te hebben. Samen.
En m’n collega’s van toen zijn nu mijn vrienden die nog weten dat onze kleine meid geboren werd, god, wat waren we gelukkig toen…